Categorieën
Algemeen

Pril geluk in de haven

Zondagochtend 30 april, eindelijk een stralende zon, dus samen met Janny voor het eerst dit seizoen het water op. Met een slakkengang richting de plassen, onderweg zwaaien naar de bekende boten, heerlijk terug van weggeweest.
Nou ben ik allergisch voor rare geluidjes, kraakjes en trillingen en ik hoor achter me toch een onbekend geluidje. Na verloop van tijd toch maar eens zoeken naar de oorzaak. Ik open de bun en kijk tot mijn grote schrik in het wanhopig krijsende bekkie van een babyvogeltje. Deksel dicht, wat ik niet zie is er niet en dit wil ik niet.
Ik vertel Janny mijn vondst en we kijken samen nog een keer. Het blijkt een heel nest, met nog een paar hele eitjes.
Tegenstrijdige gedachten: “hoe komen we hier van af” en “wat sneu, want ze zijn reddeloos verloren, deze baby’s, kilometers verwijderd van hun radeloze moeder.
Ons eerste boottripje van het seizoen wordt het laatste voor de vogeltjes. Gewoon naar.

We vervolgen onze tocht en het nestje raakt uit onze gedachten. Op de terugweg worden we nog alle kanten heen en op en neer geslingerd door de golfslag van een veel te snelle speedboat. Niet meer aan de vogeltjes gedacht, tot in de haven. Daar moesten wij ons avontuur toch even delen. Joke komt kijken, Ruud komt kijken, we openen de bun en schrikken ons werkelijk rot door de met veel bombarie opfladderende en gefrusteerde vader en moeder. Ongeziene verstekelingen.
Maar wat een opluchting, ik hoef me geen zorgen te maken over het lot van de vogeltjes. Ik maak snel een foto en op het terras gaat het “ooh wat schattig” rond.
Op gezag van Ruud wordt vastgesteld dat het waterhoentjes zijn. Een bevriend bioloog laat me weten dat ze slechts enkele dagen oud zijn en nog een paar weekjes te gast zullen zijn.
Wij kijken uit naar een volgende mooie dag. Dat wordt dan niet de laatste, maar het volgende bootreisje voor het jonge gezin Waterhoen, deze keer met bestemming de Plasmolen.

Oscar Witte